De brem, wie kent hem niet. In de zomer fleuren de bermen geel door de vele bloeiende inheemse brem. Wanneer hij is uitgebloed is het geen indrukwekkende plant om te zien. Vaak ook lelijk, alhoewel dat mijn persoonlijke mening is. Maar wanneer hij bloeit is het fantastisch mooi om even naar een brem te lopen en de bloemen van dichtbij te zien. Zo gek is dat niet dat de bloemetjes zo mooi zijn want het is een vlinderbloemige plant en dus ook een stikstofbinder.
Volgens Martin Crafword worden ze rond de 15 jaar oud. Voor een voedselbos gewas is dat een snelle dood als je bedenkt dat het idee van een voedselbos voor een paar honderd jaar is, tot wel 500 jaar! Soms klinkt een voedselbos zo ideaal dat ik bang ben in de toekomst geen gewassen meer aan te kunnen planten. Zo een brem is dan wel een uitkomst. Nee, dat is gekscherend. Minstens de komende acht jaar ben ik wel bezig met de aanplant van het hele voedselbos. Dan leer ik intussen heel veel in de praktijk en ga mijn kennis toepassen op andere percelen.
Terug naar de brem. Die ik nu heb staan zijn een jaar of drie oud. Ik had er toen vijf gekocht, waarvan er één het niet zag zitten en de rust zocht in een stille dood. We hebben verschillende kleuren dan de inheemse gekocht. Toen wist ik nog minder van planten dan nu en heb er totaal niet op gelet welke cultivars dit waren. En is het wel de Citysus scoparius of stiekem de verfbrem - Genista tinctoria of een cultivar daarvan? Hoe dan ook, we zijn ieder jaar heel blij met deze planten. Ze bloeien zo ontzettend prachtig en het gezoem van de insecten is dan een genot om bij stil te staan. Er is één brem die een heerlijke parfum verspreid. Zo lekker dat ik écht geluk ervaar als ik die plek opzoek en die heerlijke onbeschrijfelijke geur opneem. Je voelt je er ook heel nederig door op de een of andere manier. Het maakt mij heel erg rustig en krijg een glimlach op mijn gezicht van geluk. Voordat ik met voedselbossen bezig was dit jaar kwamen we in het voorjaar twee andere kleuren brem tegen die we nog nooit hadden gezien: een oranje en roze versie. Die hebben we gekocht er ernaast geplant. Deze zomer zijn ze voor de helft bruin geworden. Die twee nieuwe brem staan ook in de weg voor de herfstolijfwilg. Voorlopig hinderen ze elkaar nog niet. Die andere brem die al een paar joud is staan op de plek waar eigenlijk de groene els - Alnus viridis moet komen. Omdat die ontzettend moeilijk te leveren is verschuif ik de groen els naar volgend plantseizoen. De hoek waar die moeten komen staan al een grote eik en wilg in het midden van de greppel en aan de randen bevinden zich de brem planten waar ik zo blij van wordt als ze bloeien.
Het schijnt dat je van de brem een bezem kan maken. Als je de harde twijgen ziet snap je dat ook wel.
Nog een nieuwtje: er heeft zich een inheemse brem gevestigd op mijn perceel, net een meter parallel aan Haag Links ter hoogte van de langstelige olijfwilg - Elaeagnus multiflora. Het gekke is dat ik die pas een paar weken geleden heb ontdekt terwijl ik die plek veel vaker heb bekeken en die brem inmiddels al hoger is dan de brem die ik drie jaar geleden heb geplant. Of het echt de inheemse is moet ik afwachten wanneer deze bloeit. In de brem heb ik mij niet heel erg verdiept qua determineren, maar aan de kleur moet ik dat onderscheid wel kunnen maken.
Bij iedere overzichtsfoto een emmer ter referentie. Je kan tot twee keer klikken op een foto voor een betere weergave.
Reactie plaatsen
Reacties